Hier stop ik even met schrijven omdat het me moeilijk valt dit alles onder woorden te brengen. Nostalgie is als een steen in mijn hersenpoel, het vertroebelt mijn herinneringen maar al te vaak en genuanceerdheid is dan zeer ver te zoeken. En bovendien gaat de zon onder achter de bergkam. Een schouwspel dat beslist mijn aandacht vergt. Ik heb me hier teruggetrokken om alles in detail te beschrijven, elke druppel van mijn gevoelens tot een grote rivier te laten aanzwellen. "How deep is the ocean?" Ik wil geen komma van mijn verhaal over het hoofd zien ook al ben ik niet eens zeker of iemand dit alles ooit onder ogen krijgt.
Tot nu toe lijkt het alsof ik met Eva niets anders dan seksuele ervaringen heb gehad, maar dat is niet zo. Dat was de onderlaag, het fundament van onze vriendschap. Nu zal iedereen me zeggen dat seks een slechte basis vormt voor een goede relatie, maar ik vind van niet. Ik heb nog nooit kunnen opschieten met iemand die me niet op de een of de andere manier seksueel aantrok, in de ruimste zin van het woord. Want wat is seksualiteit eigenlijk? (Vergeef me mijn moraliserend geleuter) Ja, wat is seks in tijden van AIDS? Het is verbazend te zien en te horen wat voor een taboe rust op lichamelijkheid, op liefde, op sensualiteit. We leven in een wereld van virtuele porno, waar alles wat ook maar iets te maken heeft met seksualiteit als slecht, verderfelijk, dodelijk en wat al niet meer wordt afgeschilderd. We leven in een wereld die onze zintuigen bedriegt, een wereld waarin het creëren van illusies belangrijker is dan het werkelijk ervaren van de dingen. Alles is seks, maar niemand herkent nog de ingrediënten. Het is als cafeïnevrije koffie en alcoholvrij bier: zinloos. Dingen zijn niet langer wat ze waren. Ze worden chemisch bijgekleurd, er wordt smaak of geur aan toegevoegd. Vlees wordt hormonaal geprepareerd omdat de consument het liever niet te taai heeft. Alsof alles gemakkelijk zou moeten zijn. De "echtheid" van vlees wordt gemeten naar het ontbreken van toegevoegde hormonen, dat is toch wel de omgekeerde wereld, zou je denken. De liefde wordt gedefinieerd als de afwezigheid van eenzaamheid. Het gebrek aan iets wordt maatstaf.
Het ontbreekt ons bovendien aan oorspronkelijkheid, aan grote vragen, aan passie, aan avontuur, aan fantasie. Mij ook, helaas. Ik ben bang om ten volle te leven. Ook ik leef voor het oog van mijn medemens. Ik ben geen eiland, ik ben niet vrij, ik heb mezelf met een relatie opgezadeld die sterker is dan mij. Soms lieten mijn vrienden me twijfelen aan de zin van mijn leven, aan de zin van mijn relatie, aan alle zekerheden die ik meende te hebben verworven. En vaak hebben ze gelijk gehad omdat zij rechtuit konden zeggen wat ik alleen maar verloochenen kon en dus verdringen moest. Dat vreet zelfs aan iemand die zo schizofreen is als ik.
Hoewel. Hier, op deze berg, aan dit water, zijn al mijn maskers overbodig. Hier ben ik eindelijk alleen met mijn gedachten (de gedachtentrein van een walkman: eindelijk opgesloten in deze wereld, egoïstisch, eenzaam op weg te zijn). De woorden die ik nooit vond, of beter, die ik nooit heb gezocht, komen nu moeiteloos. Dit verhaal blijft het mijne zolang ik het beleef. Alles wat ik totnogtoe schreef is al achter de rug en ik ben geen visionair. Zelfs als iemand mijn toekomst zou kunnen voorspellen door mijn handpalmen te lezen of te pendelen of tarotkaarten te leggen, dan nog zou ik weigeren te luisteren. Hoe kan ik nog in iets geloven dat ik, onderbewust, al weet? Ik kan niet zeggen wat er komen zal, wat er met mij zal gebeuren. Ik wil het niet weten. De enige zekerheid die ik in dit leven schijn te hebben, is dat ik ook ooit dood zal gaan. En dan nog. Want elk woord dat ik op dit papier zet, elke zin, elke letter, elke iota, is bestemd voor de eeuwigheid. Dit zijn mijn brieven aan overmorgen. Ik ben niet gekomen om te redden, maar om gered te worden. Dat klinkt fatalistisch en dat is het ook, al valt dit lot me niet zwaar om dragen. Ik kan toch niets veranderen aan de loop der dingen. Ik heb me erbij neergelegd dat we elkaar zullen bewonen tot we vergroeid zijn en we, klaar voor nog een eeuwigheid, naast elkaar zullen liggen. Ik ben al lang de controle kwijt.
Het laatste licht gaat over in een blauwe gloed. Een wassende maan staart me aan. Ik zie de sterren die me lijken te begroeten, een voor een. "Stella by starlight" door Chet Baker in mijn walkman. Een satelliet in een baan om de aarde doorkruist mijn blikveld. De nacht valt en ik val mee, ten prooi aan mijn dromen. Dit is mijn tweede slaap tussen de koortsige toppen en ijzige dalen van mijn liefdesleven. De tweede nacht op de berg.