Walkman


2.

20 Juli 1969. Summer of love.

Rond negen uur 's avonds brak het water. Tenminste, dat vertelde mijn moeder, maar precies wist ze het niet meer. Zeven uur van wee na sterkere wee later werd ik geboren. Op onze nationale feestdag. 21 juli 1969, 3u 56 noteerde de verlossende dokter in zijn papieren: op dat moment zette mijn moeder een flink uit de kluiten gewassen eerste zoon op de wereld. Simon, rots van vertrouwen, 3 kg 950, 51 cm, broer van de zes en een half jaar oudere Judith. Net op datzelfde moment zette Neil Armstrong zijn eerste stap op de maan.

Winter 1985.

Eva kwam in een droom. Een natte droom, het hoeft gezegd. Ze had alles om een jongen van vijftien te bekoren: een lichaam. Maar ze leek zo ver weg, zo buiten mijn bereik. Ze was, en is nog steeds de beste vriendin van mijn oudste zus. Allebei gek van kinderen, dus ze studeerden samen geneeskunde, om kinderarts te kunnen worden. Alsof dat een garantie zou zijn. En ja, achteraf is het gemakkelijk de tekens aan de wand op te merken. Wist ik veel toen. Op je vijftiende verwacht je niet eens de aandacht of vriendschap van je "vrouwelijke" leeftijdgenootjes, laat staan die van de beste vriendin van je zeven jaar oudere zus. Als je vijftien bent, verwacht je niet dat die vriendin je onderzoekt of bij je in bed kruipt als ze blijft logeren. Je verwacht zoveel, je fantaseert er nog op los, maar in je dromen red je meisjes uit brandende huizen en niet van tussen brandende lakens.

Heimelijk verlangde ik naar haar, maar dan op mijn eigen, jongensachtige manier. Ja, ik was romantisch en zo, schreef stiekem gedichten die ik haar dan in gedachten voorlas. Over rozeblaadjes in de ochtenddauw, over geuren die in huis bleven hangen wanneer Eva weer samen met Judith naar het verre Leuven was vertrokken. Ik hield er van na haar een bad te nemen, in het lauwe water dat ze voor mij liet staan. Erg hygiënisch was dat allemaal niet, maar ik hield ervan dezelfde geur op mijn huid te hebben, haar te ruiken de hele zondag lang. Als het even kon, waste ik me nooit meer. Ik dompelde me onder met op mijn hoofd de waterdichte walkman die ik voor mijn verjaardag had gekregen. Dan borrelden samen met de luchtbellen muzieknoten uit diepten op. Als gedachten. Als ideeën uit een ver verstopt boek. Ik probeerde zo lang mogelijk onder te blijven, telde de seconden. En stelde het altijd nog net een tel uit. Zoals in het zwembad: ik daalde af tot op de laagste sport van de ladder en klampte me er dan met een arm aan vast. Ik bleef er hangen, de lippen stijf op elkaar geperst, lucht in mijn toegeknepen neus persend om mijn trommelvliezen tegen de druk te beschermen. Onder me: het diepe blauw van het zwembad. En boven me: het gewoel van benen en buiken, van borsten en billen aan de oppervlakte. Nog één seconde. Nog één. Tot mijn longen net niet barstten. Proestend kwam ik weer boven. Gereinigd met chloor. Gedoopt. Zo te dromen in bad, te drijven, te genieten van "A love supreme": alle drie de delen (hoofd, hart, handen). Mijn poriën wilde ik verstoppen met geur van wilde limoenen. Had ik borsthaar, ik schoor het weg om de lauwte van het zeepsop nog beter te kunnen voelen. Mijn nog ongeschonden jongensvel werd nog zachter, week van het water waarmee ik één werd. Ik verschrompelde tot een oneindig klein punt. Een rimpel. Een zucht.

Het was me dus niet eerder opgevallen dat ze mijn gezelschap opzocht. Echt vaak bleef ze niet slapen, maar toch wel een nacht per maand, meestal van zondag op maandag, om dan 's ochtends samen met Judith te kunnen vertrekken. Ze sliepen trouwens altijd samen in Judiths twijfelaar, die tegen de muur stond waartegen ook mijn bed aanleunde. Ik kon ze horen. Niet dat ik ze echt afluisterde. Maar de muur was nu eenmaal niet erg dik. Ik hoorde ze praten, gedichten voordragen, luisteren naar Sade, giechelen, wriemelen, kreunen, hoesten, zuchten. Ik hoorde het bed knerpen en piepen. Soms hielden ze me wakker en bonkte ik dan op de muur en riep: "Kan het niet wat stiller?" en moest ik met mijn walkman op in slaap zien te geraken. Met de repetitieve bezweringen van Wim Mertens lukte dat meestal wel.

En op een druilerige zondag in februari stond Eva dus voor de deur. Ik was voor een keer helemaal alleen thuis, wat een uitzondering was in ons zeskoppig gezin. Mijn ouders waren naar een of andere tentoonstelling, Judith was in Leuven gebleven omdat ze wilde doorblokken, Kaat en Jasper (de tweeling) waren naar de welpen. Om een of andere reden hadden wij geen vergadering met de jongverkenners.

- Hoi Siem.

Ze noemde me altijd Siem in plaats van Simon. Afgekort. En ze kuste me zoals steeds op mijn wang en smeet haar zak in een hoekje van de hall. Eva was echt thuis bij ons, net zoals de vrienden en vriendinnetjes van mijn broertje en zussen dat waren en nog steeds zijn. Het was overigens nooit een probleem voor mijn ouders dat er meer dan zeven mensen aan tafel zaten of bleven slapen, alleen als er minder dan zeven waren, werden er vragen gesteld. Na het begroetingsritueel kwam ze vanuit de keuken terug met een groot glas cola en wat koekjes die ze uit de kast gepikt had. Ze mikte haar schoenen uit, smeet zich naast me in de zetel - ze porde me al spelend in mijn zij - en legde haar gesokte voeten op het salontafeltje. Ze droeg een veelkleurige slobbertrui en een trainingsbroek die ook al zijn beste tijd gekend had en het stond haar alsof ze een peperduur designerpakje aanhad.

- Waar luister je naar?

Ik keek even op uit het boek dat ik aan het lezen was en trok een oordopje uit mijn rechteroor.

- Huh?
- Waar luister je naar?
- Talking Heads. Een cassette van Judith.
- En? Goed?
- Mmmh.
- Is het oké als ik een bad neem, Psycho Killer?
- Mmmh.

Na meer dan een half uur was Eva nog steeds niet terug en ik verveelde me een beetje. Om naar mijn kamer te gaan, moest ik langs de badkamer en ik zag dat de deur op een kier stond. Hoewel ik al wel meer naakte meisjeslichamen gezien had, was ik benieuwd hoe ze eruitzag en dus gluurde ik, mijn adem inhoudend, naar binnen. Veel was er niet te zien: Eva lag onderuitgezakt in de badkuip met haar knieën nog net boven het schuimwater uit. Ze las een boek. Op een of andere wijze moet ze mijn aanwezigheid hebben aangevoeld, want plots draaide ze haar hoofd en zag me in de deuropening staan gapen. Gegeneerd maakte ik me uit de voeten, maar al gauw riep ze me terug. Ze ging wat voorover zitten en sloeg haar twee armen om haar benen. Of ik haar rug niet even voor haar kon wassen?

Ik weet nog hoe ik schaapachtig knikte en daadwerkelijk een washandje uit de kast nam om dan haar glorieuze achterkant in te zepen terwijl ik angstvallig het plafond in de gaten hield om toch maar niet de aanzet van haar borsten te hoeven zien. Ze had prachtige borsten, ook toen al. Rijp in elke zin van het woord, vol en stevig; appels met licht omhoogwijzende steeltjes. Nadat ik me nauwkeurig van mijn taak had gekweten en aanstalten maakte om op te staan, greep ze mijn hand en vroeg me of ik ook haar benen wou wassen. Ook die hint begreep ik niet.

Ze hief haar rechterbeen uit het melkwitte water en sullig waste ik haar gladde been en haar satijnen dij, lang vertoevend bij de gepunte uiteinden van haar voeten. Elke keer ik weer hogerop kwam, verslapte haar aandacht en zakte ze wat verder weg. Uiteindelijk greep ze mijn pols en ze legde mijn hand voorzichtig op haar schaamheuvel, die aan mijn zicht onttrokken bleef. Die hand bleef daar stil, zoals een konijn op de snelweg blijft zitten en gebiologeerd in de kruislichten van een snel naderende auto kijkt voor het overreden wordt. Ik sloeg figuurlijk tilt. Wat ik geacht werd te doen, was me een raadsel. Eva streelde met haar lange vingernagels mijn onderarm. Liet haar hand over de mijne glijden en voerde de druk, die mijn passieve hand op haar schaamstreek uitoefende, op. Ze duwde mijn wijs- en middelvinger bij zich naar binnen terwijl ze me strak bleef aankijken, onderzoekend. Dan, sloten haar ogen zich, langzaam, bracht ze haar hoofd dichter bij het mijne en kuste me heel erg voorzichtig met licht geopende lippen op de mond. Mijn eerste. Ik denk dat er stoom uit mijn oren kwam, ik stond te trillen op mijn benen. Ook haar ademhaling versnelde samen met de mijne. Ze gleed onderuit met haar hoofd nu helemaal onder water. Haar haar waaierde uit en luchtbellen borrelden naar de oppervlakte. Ik trok mijn hand van haar geslacht, stond op en verliet, verward en in de wolken, de kamer. We deden de rest van de dag alsof er niets gebeurd was.

In mijn dagboek schreef ik die avond haar naam wel honderd keer na elkaar. Als een soort van boetedoening, een aangename straf. In verschillende kleuren, met hoofd- of kleine letters. Ik die nooit had uitgeblonken in wiskunde, schreef haar neer in stellingen en bewees me op die manier haar liefde, de axioma's van de verliefdheid zonder slag of stoot aanvaardend. Ik kon me niet ontdoen van de aanblik die haar lijf me had geboden, het ontdeugende twinkelen van haar ogen, de aanzet van een lach die om haar mondhoeken bleef hangen, wachtend, op de loer, om in een blikkering van parelwitte tanden uit te barsten. De bladzijden vulden zich met een beschrijving van de sensaties die mijn hersenen kortsloten. Zelfs het beschrijven op zich bezorgde me alweer een tintelend gevoel. Het deed me gloeien van verlangen en ik droomde mezelf stoutmoediger dan ik was geweest. Ik rustte mijn hoofd tussen haar gladde borsten, mijn rug tegen haar borst en buik, liet haar vingers door mijn haren gaan, streelde haar dijbenen. Ik beitelde haar handen, beeldhouwde haar lippen, schetste haar wimpers, schilderde haar rimpeltjes. Tot ik ontplofte.

Tijdens de daaropvolgende karnavalvakantie zocht ik Judith op. Dat had ik al wel vaker gedaan, maar nog nooit eerder was ik met de gedachte vertrokken ook Eva een bezoekje te brengen. Judith was blij me te zien en beloofde mama en papa niets te zullen vertellen over mijn nachtelijke escapades. Ze wist niet wat er tussen Eva en mij aan de hand was, maar ze nam blijkbaar aan dat ik ook eens een stapje in de wereld wou zetten. Ik kreeg de reservesleutel van haar kot mee en ik ging naar de Mechelsestraat waar Eva haar residentie had. Ze was thuis en vrolijk omdat ik haar met een boeketje bloemen, die ik van mijn schaarse zakgeld had gekocht, had verrast. Zoals ik al zei was ik romantisch toen.

Nadat we, op haar kosten, een pizza waren gaan eten en op café waren geweest, eindigden we, over koetjes en kalfjes babbelend op haar kamer. Het was geen gigantische kamer: een bed dat, zo bleek later, nogal klein en smal uitviel voor twee, een plank op schragen als bureau, een boekenrek en een kleerkast waren de enige meubels. Aan de muur boven haar bed hing een filmposter (van "37°2, Le Matin" als ik me niet vergis) en boven de geïmproviseerde tafel een prikbord met verjaardagskaartjes, wat foto's en een lessenrooster. Op de betegelde vloer had ze een paar goedkope tapijtjes en kussens naast een versleten zitzak gelegd. Het was geen grote kamer, maar het was haar kamer, onmiskenbaar. En gezellig ook, al zal de muziek die ze op de draagbare gettoblaster speelde daar wel voor iets hebben tussengezeten ("Paris, Texas" van Ry Cooder). Ik zat aan haar bureau terwijl ze op bed lag.

Na verloop van tijd vroeg ze me naast haar te komen liggen, wat ik, nietsvermoedend, ook deed. Ze noemde me "Kleintje". Ik begrijp niet hoe ik zo naïef heb kunnen zijn. Al snel streelde ze weer, met die ongelofelijk opwindende nagels van haar, mijn armen en werd het me te warm om mijn sweater aan te houden. Mijn nonchalante houding moet, toen ze haar pil nam, olie op het vuur hebben gegoten want al snel ging ze tot de actie over. Ze haalde een fles bodylotion boven en vroeg me haar rug te masseren, wat ik zonder aarzelen deed. Na enig knoeien van mijnentwege, hielp ze me met de sluiting van haar beha die ze, omdat die toch maar in de weg zat voor mijn massage, wou uittrekken. Ze draaide zich om en ik vergat mezelf. Verloren in haar ogen, verdronken, dronken, vervoerd. Wist ik veel dat haar borsten en navel evengoed konden glunderen. Uitnodigen. Praten. Ik stotterde de taal der dieren, die universele taal die deze wereld samenhoudt, die alle dingen eenmaakt - wie de liefde bedrijft, voert geen oorlog. ("I knew these people, these two people,..." uit de luidsprekers) We namen niet de moeite de cassette, die afgelopen was, om te draaien. We schreven onze eigen soundtrack: Roll over Beethoven en ik nam alle tijd om te experimenteren met alles wat ik al (in de boekjes die we op school uitwisselden) gelezen had. Het werd een eindeloos bad van strelingen, kriebelen, krassen, kussen, zuigen, bijten, likken, wrijven. Het leek wel uren later toen ze met haar hoofd op mijn borst lag en me dan aankeek met van die lichtjes verwilderde slaapkamerogen.

- Dat was heerlijk, Siem. Waar heb je dat allemaal geleerd?
- 'k Weet niet. Gelezen en zo. Was het echt zoals het moest?
- Het was mijn eerste keer met een jongen. (Dat bekende ze deemoedig)
- Hoe bedoel je: "met een jongen"?
- Dat ik klaargekomen ben.

Ik vroeg me af hoe dat mogelijk was. Zo'n mooie, heerlijk intelligente en grappige vrouw die op haar leeftijd nog nooit door een man bevredigd zou zijn. Ze was zo open voor mij, vertelde ze me. Zo open was ze nog nooit voor iemand geweest. Ik vond haar net een bloem. Een Tahitiaanse vrouw van Gauguin. En anders was ze woeste zee die me steeds dieper trok.

Toen ik rond vieren 's ochtends mijn walkman op mijn kop zette en de deur voorlopig achter me toetrok, bleek een dikke mist de oude binnenstad te hebben ingenomen. Huiverend, mijn verstand nog beneveld, wandelde ik door de lege straten naar mijn zusters kot. De vreemde sfeer op straat kon me niet deren. De rook om mijn hoofd verdween niet. Mijn zintuigen waren nog herstellende. Mijn jas was al snel net zo vochtig als mijn huid. Ik spoelde de cassette helemaal terug. Ik wilde Lloyd Cole nog eens "Perfect skin" horen zingen.

Op Judiths kot installeerde ik me zo stil als maar kon in mijn slaapzak op de luchtmatras die ze voor me had opgeblazen, mezelf doorlopend afvragend of datgene wat me die avond was overkomen een droom was geweest. Een natte droom. Nat van nevel, speeksel en sperma. Nat van buiten en van binnen. Ik voelde me net alsof het vruchtwater rond mijn hoofd die avond gebroken was en er mij nog een lange pijnlijke geboorte te wachten stond. Water is gevaarlijk.

Judith stelde nooit echt moeilijk te ontwijken vragen.

- En was het plezant?
- Mmmh.
- 't Was wel laat hè. Ik moest om half vier naar de wc en je was er nog niet.
- Mmmh.

Dat vertelde ze me dus terloops 's middags, toen ze me wakkermaakte met koffie en gesmeerde boterhammen. In ruil voor haar gastvrijheid loog ik haar voor dat ik naar Belgisch Congo was geweest, een café annex fuifzaal, waar ik me tot vier uur goed had geamuseerd. Een eerste leugen. Er zouden er nog veel volgen. Niet dat ik me schaamde of zo, maar ik vertrouwde niet eens mijn eigen zintuigen, laat staan dat ik mijn avonturen met Judiths beste vriendin aan haar neus zou hangen. Ik ontbeet verder zwijgend terwijl zij de cursussen die ze 's namiddags nodig zou hebben bijelkaarzocht. Ze vertrok niet zonder me op mijn voorhoofd te kussen en te zeggen dat ik braaf moest zijn. En ik beloofde voor haar te zullen koken tegen de tijd dat ze van de les zou terugkeren.

We verstaan elkaar goed, Judith en ik. We hebben altijd veel met elkaar opgetrokken. En ook al zijn we geen ééneiige tweeling zoals Kaat en Jasper, we lijken erg op elkaar, zowel fysisch als mentaal. En we hebben dezelfde vriendin. Ik heb haar nooit durven vragen wat ze van Eva en mij afwist, maar ze keek nogal samenzweerderig toen ze die avond thuiskwam en we, samen met Eva die mee was gekomen, van mijn spaghetti. Bizar eigenlijk, als je bedenkt dat Judith en Eva minnaars waren of dat tenminste waren geweest. Ondanks de licht aangebrande kaassaus werd het gezellig, die avond, met een spelletje Trivial Pursuit, dat ik uiteraard verloor, als toemaatje. De sfeer losjes, tientallen theelichtjes aangestoken, de meisjes na een fles droge witte wijn plagerig en ik op mijn gemak, zoals steeds onnozele grappen vertellend. Eva werd steeds vrijpostiger. Telkens weer streek haar vingertop even langs mijn arm of been, of kriebelde ze me in m'n nek. Vrank en vrij. De meisjes vertelden me over doktertje spelen en over kinderen. Oh, wat wilden ze een hoop kinderen samen. En ik mocht nonkel worden, of peter, of papa. Giechelende meisjes. Eva's voet streelde onder tafel mijn been. Smachtende blikken in mijn richting. Ze trok zich niks aan van Judiths aanwezigheid, integendeel. Het leek wel of ze Judith iets duidelijk wilde maken.

En Judith begreep de hints. Ze stond op en zei dat ze met een vriend afgesproken had om nog uit te gaan. En of we geen zin hadden om mee te gaan. Eva weigerde beleefd en ik besloot haar naar haar kot te wandelen. De deur was nog niet half dicht of ze trok me tegen zich aan, haar tong in mijn keel glijdend en dan woordjes van verlangen fluisterend. Ze duwde haar bekken tegen me aan, mijn ene been tussen de hare. Haar ene hand omvatte mijn rechterbil en de andere greep me in mijn nek en dwong zo mijn hoofd dichtbij te blijven. Er was geen ontkomen aan: de muren kwamen plots op me af, mijn oriëntatie liet me volledig in de steek. Ik zwom, met de dood voor ogen, de draaikolk tegemoet en liet me verteren. Nooit eerder had ik me zo een nacht kunnen fantaseren. Mijn vijftienjarig verstand kon daar eenvoudigweg niet bij. Ik zag sterren en de volle maan door dunne gordijnen en de aangeslagen ruit; overal kledingstukken op de tafel, op de vloer. Heel de kamer leek te ademen op het versnellende ritme van onze hartslagen. Ze gooide me op de grond en ging schrijlings over me heen zitten. Sjorde mijn broeksriem los, rukte aan de knopen van mijn 501. Ik kwam al meteen klaar waarvoor ik me uitgebreid begon te verontschuldigen. Eva wilde er niet naar luisteren. Ze legde een hand over mijn mond. Greep mijn rechterhand beet en stopte die in haar vagina. Hevig verlangend. Zich overgevend aan de lustgevoelens die van diep in haar onderbuik opborrelden. Zich overgevend aan alle beelden en woorden van vrijscènes die ze zich herinnerde uit boeken en films. Ik vond mijn tweede adem en ik kwam nu onverbiddelijk en onvermijdelijk in haar. De lucht uit haar longen persend als ik doorduwde. Een maanraket klaar om te vertrekken. Het ging er zo hard aan toe dat ze haar nagels in mijn rug plantte en pas losliet als ze klaargekomen was. Tot onze verbazing kleefde er bloed op de lakens. Ik was voorgoed gebrandmerkt als lief-hebber: een litteken van niemendal.

De koele februarizon wekte me langzaam uit mijn dromen. We hadden nog een fles rosé gekraakt en liggen babbelen tot Eva uiteindelijk uitgeput in slaap viel. Eerst was ik veel te opgewonden om te slapen. Geen indruk mocht me ontgaan van wat er die nacht gebeurde. De maanverlichte kamer was een waar slagveld geworden en ik overschouwde het toneel van deze oorlog van de harten. Voorzichtig streelde ik Eva's blote rug. Twee vingers langs haar ruggengraat van kruin tot waar haar fantastische billen begonnen en dan terug. En ik verwonderde mij over de zachtheid van haar huid die leek te stralen. Haar ademhaling en haar haar streelden mijn wang en ze rook naar wilde bloemen (Tahiti Douche?). Ik wist niet waar ik het had, hoe het mogelijk was dat een jongen als ik door zo een volmaakt meisje was uitverkoren. Het was haast onbegrijpelijk dat ze iets in mij zag. Ik begreep het althans toen niet. Eva zei later dat ik een jongensachtige, naïeve, magnetische seksuele uitstraling had. Ze beweerde dat ze de duivel en de honger in mij in mijn ogen had gelezen. Maar ze vergat te zeggen dat zij de duivel wakkergemaakt had en mijn honger had aangescherpt. Voorzichtig haalde ik haar arm weg en stond op om koffie te zetten. Ze kreunde toen ik de gordijnen opentrok en het venster wagenwijd opengooide maar ik was tamelijk onverbiddelijk. Ik zette de twee koppen zwarte koffie op het nachtkastje en porde haar in haar zij. Ze keerde me de rug toe en trok het donsdeken over haar hoofd. Ik slaagde er in om haar een kusje op haar blote nek te geven en, nog door slaap beneveld, draaide ze zich om en bood me haar lippen. Al snel vrijden we weer, lang en langzaam nu, en werd de koffie koud. Eva had pas in de namiddag les en dus hadden we nog alle tijd, ware het niet dat ik toch ergens schuldgevoelens had ten opzichte van Judith.

- Eva? Hoe moet ik Judith vertellen dat ik bij jou ben blijven slapen?
- Stil maar, kleintje, maak je maar geen zorgen. Ik zal het wel uitleggen aan je zus. Frons je wenkbrauwen niet zo, je rimpels zullen blijven staan. Geef me liever een kusje.

Geen probleem dus. Ze zou het anders toch ooit moeten vertellen. Eva leek altijd praktisch en open te zijn in die dingen, al besefte ik dat pas veel later. Ook pas veel later is tot me doorgedrongen dat het niet toevallig was dat Eva mij verleidde. Blijkbaar was er iets veranderd tussen Judith en Eva.

De dagen en weken na mijn eerste nacht met Eva verliepen tergend langzaam. Ik zag Eva haast nooit meer, en we kregen nauwelijks de kans om samen alleen te zijn, maar ik schreef passionele liefdesbrieven die zij, even vurig, beantwoordde. Vol citaten, stukken uit romans, liefdesgedichten. Op twaalf kantjes was er plaats voor de goorste praat en voor de liefste woorden van verlangen. Oh, wat gingen we dood aan het gemis en wat was de leegte van het witte blad schrijnend. En omdat Eva zich niet geneerde om flauwekul op te schrijven, deed ik dat nog veel minder. De waslijst koosnaampjes, te gek om op te noemen, groeide indrukwekkend snel aan. Het werd een stapel puberale brieven die ik (met een dik rood lint omwonden) angstvallig in de bovenste, afsluitbare lade van mijn bureau stopte, bang dat iemand de euvele moed zou hebben de code, die thuis heerste en die dicteerde dat er niet in andermans post werd geneusd, te doorbreken.

Tot de grote vakantie liep alles min of meer naar wens.

Dan kwam een grote klap. Ik werd verliefd op een ander meisje. Ik zou een paar weken later zestien worden en Hannah kwam in mijn leven als een bliksemschicht, een donderslag bij heldere hemel. Zij was een jonge godin met eindeloze benen, duidelijk niet gewend op hoge hakken rond te lopen, en ik ontmoette haar op het verjaardagsfeestje van mijn beste vriend Geert.

God, die zelfzekere, schaamteloze blik in haar ogen, die arrogantie. Alsof de wereld aan haar voeten lag. Jong maar zeer zelfbewust, de dansvloer was van haar. Al van bij de aanvang van de fuif was het voor iedereen duidelijk geweest dat ze me wel zag zitten maar toch vergde het de bemiddeling van een van haar vriendinnen om me duidelijk te maken wat ze voor me voelde. Eens dat gebeurd was liet ze er geen gras over groeien en al bij de eerste slows na een hektische bamba was het prijs. Haar dunne zwarte jurkje rimpelde onder mijn handen, ze klampte zich op ongenade of genade aan me vast. Hannah kuste anders dan Eva, ze proefde als het ware wat voor vlees ze, bij wijze van spreken, in de kuip had. Het beviel me wel. Op een deken op het gras en onder een waar sterrengordijn streelden we elkaar tamelijk onschuldig. Maar toch... Handen betraden onbetreden paden. En lippen zochten andere lippen om eraan vast te blijven hangen: een seconde, een minuut, een half uur. Dronken roes.

Pas juli, maar toch al een fantastische zomer. Mijn ouders gingen voor het eerst zonder mij op vakantie en ik kon het me min of meer veroorloven te doen en te laten wat ik wou. En wat doe je dan als je verjaart? Feesten uiteraard. Vrienden kwamen logeren, er werd gefeest, gedronken en gelachen. We gingen naakt zwemmen met z'n allen of we rookten samen wiet. Ik was daar niet zo'n groot amateur van. Maar ook ik liet deze pijp niet aan mij voorbijgaan. Tenminste: één keer en daarna, nooit meer. Het was op een feestje bij een vriend thuis. Het was al laat (een uur of twee 's nachts of zo) en we hadden allemaal behoorlijk gedronken. Uiteindelijk ging ik door de knieën en nam ook ik de vredespijp ter hand.

- Langzaam en heel diep inhaleren.
- Uche. Uche.
- De eerste keer doet het je misschien niks.

Eerst deed het me inderdaad niks. Ik kon niet het verschil voelen tussen de dronkenheid en het effect van de zwarte maroc. Maar ik ontspande en het werd me pas echt duidelijk toen ik een glas cola dronk. Ik voelde de suiker aan mijn tanden plakken. Ik zwoer toen nooit nog cola te zullen drinken. Toen ik later die nacht, zo tegen een uur of vijf, naar huis fietste, zag ik in elke lichtkleurige bestelwagen een rijkswachtcombi. Toch wel een beetje paranoïde geworden. En nog een ganse dag vrolijk geweest hoewel ik bezorgd was dat mijn ouders wat zouden merken.

Ik wilde Eva gaan opzoeken maar mijn plannen werden grondig in de war gestuurd omdat ze plots met vakantie ging naar Italië. Ik wist wel dat ik geen aanspraak op haar kon maken omwille van één fijne nacht, een enkel bezoekje en wat brieven. Bovendien woog mijn verliefdheid op Hannah toch enigszins op mijn gemoed. Maar toch hoopte ik haar terug in te palmen. Ergens bewonderde ik haar onafhankelijkheid en haar impulsiviteit wel; ze kon van vandaag op morgen vertrekken zonder met iemand echt rekening te hoeven houden. Maar dat nam niet weg dat ik me in de steek gelaten voelde. Ik schreef haar, eerlijk en naïef als ik was, dan ook een lange brief over wat me was overkomen met Hannah. Ik wist helemaal niet hoe ik me moest gedragen. Ik hield wel van Eva, maar ze was zo ver weg van mij en ik was verliefd op de o zo nabije Hannah. En hoewel mijn wil sterk was geweest, was mijn vlees door de knieën gegaan: ik was gezwicht voor twee mooie ogen en dito benen en ik voelde mij achteraf behoorlijk schuldig omdat ik de code gebroken had: nooit nog zou ik de trouwe ridder kunnen zijn die ik mezelf droomde. Beschermer van weduwen en wezen, hah, het zou me wat. Never trust a smiling cat.

| vorige | volgende |

© Joeri Cornille. Alle rechten voorbehouden. SABAM AC/2/23061